Het leek zo'n mooie dag te worden.
De laatste weken ging het niet goed met
me. Ik had veel last van vermoeidheidsklachten, waar de huisarts geen
verklaring voor kon vinden. Steven kostte mij veel energie,
gedeeltelijk door een langdurige buikgriep maar vooral omdat hij als
2-jarige heel erg zijn grenzen opzocht. En Nienke fietste daar
vrolijk tussendoor maar ik kon aan haar voelen dat ze meer aandacht
wilde dan ik kon geven. Dat baarde mij zorgen, waardoor ik natuurlijk
alleen maar nog vermoeider werd.
Maar afgelopen weekeind zijn we lekker
met zijn allen naar een bungalowpark geweest en dat heeft ons
duidelijk goed gedaan. Deze dinsdagochtend voelde ik me echt weer
helemaal lekker en ik had er zin in: De kindjes hadden goed met
elkaar gespeeld zonder ruzie te maken, of op een negatieve manier om
aandacht te vragen. Nu zat Nienke op school, Steven op de
peuterspeelzaal en ik had mijzelf nog wat extra rust gegund, zodat ik
er die middag helemaal tegen zou kunnen.
Ja, het leek eindelijk weer de goede
kant op te gaan.
Tot de deurbel ging.
Daar stond de wijkagent met iemand van
het wijteam voor gezinszorg.
Of ze even binnen mochten komen om te
praten.
Er waren signalen gekomen vanuit de
buurt over dat ik te hard naar de kinderen zou schreeuwen.
Je hebt geen idee wat voor een klap in
het gezicht dat is. De afgelopen vier-en-een-half jaar heb ik alles
opgegeven om voor mijn kinderen te zorgen. Hobby's schieten er een
voor een bij in. Zelfs deze week nog heb ik mijn koor opgezegd omdat
het me meer energie kost dan het opbrengt. En zo kan ik nog vele
voorbeelden geven, allemaal omdat ik er voor de kinderen wil zijn, om
hen een liefdevolle, mooie en veilige omgeving te bieden waarin ze
zich kunnen ontplooien.
En dan krijg ik dit in mijn gezicht
geworpen. Een hele wereld stort in elkaar.
'Moeten we ons zorgen maken?' Vroeg de
wijkagent. En ik wist het echt even niet meer. Ik ben ongelooflijk
trots op wat ik doe: Ik krijg van heel veel verschillende kanten
complimenten over hoe ik mijzelf als man staande weet te houden in
een rol die traditioneel door vrouwen wordt uitgevoerd. Maar Maartje
en ik voelden de laatste weken dat het dreigde te ontsporen. Door die
aanhoudende vermoeidheid merkten we dat ik steeds vaker kortaf naar
de kinderen was en, inderdaad, ook regelmatig mijn stem verhief.
Maar is het zorgwekkend?
Wij denken van niet.
En dat heb ik dus ook geantwoord.
Maar inmiddels was het kwaad wel
geschied.
Er is kennelijk iemand in de buurt die
zich zorgen maakt om mijn kinderen. Bravo! Buitengewoon
lovenswaardig. En dat meen ik.
Zorgen om je naasten, de overheid
probeert dit al jaren te stimuleren omdat het te weinig gebeurt.
Maar waarom, onbekende buurman of
buurvrouw, waarom ben je niet gewoon even naar mij toegekomen? Of,
als je bang bent dat ik inderdaad agressief ben, (en ik kan je
verzekeren dat ik nog nooit in mijn leven iemand heb kwaad gedaan!)
vraag het dan aan mijn vrouw. Neem om mijn part nog een stel buren
mee zodat je je veilig voelt.
Waarom moest je nou toch de politie
inschakelen? Op deze manier heb je met een telefoontje mijn hele
positieve zelfbeeld onderuit geholpen.
Je realiseert het je misschien niet,
beste onbekende buurman of buurvrouw, maar als huisvader ben ik
CONTINU op mijn hoede. Op mijn hoede omdat het maatschappelijke beeld
nog steeds is dat mannen kinderen mishandelen en vrouwen niet. Op
mijn hoede omdat ik nog altijd regelmatig gefronste wenkbrauwen zie
(denkbeeldig of niet) als ik mijn dochter in de armen neem en een
zoen op de wang geef.
Als Nienke weer eens een blauwe plek
heeft nadat ze gevallen is, ben ik bang dat er een agent voor de deur
staat die vraagt of ik mijn kinderen sla.
Die agent heb jij nu naar mij
toegestuurd, onbekende buurman en dat zelfs zonder überhaupt te
controleren of er sprake was van blauwe plekken of erger. Gewoon
meteen de telefoon gepakt. Vanuit een heel goed bedoeld gevoel van
zorg over mijn kinderen heb je een actie gedaan waarvan ik had gewild
dat je die beter doordacht had. Want geloof me, een agent voor je
deur is geen fijn gevoel. Het is een klap in mijn gezicht en een
stomp in mijn maag. Het heeft mij geraakt in de kern van mijn bestaan
als huisvader.
De vraag is nu: Had je gelijk? Ben ik
inderdaad te agressief naar mijn kinderen.
Ik nodig je bij deze van harte uit om
te komen doen wat je al veel eerder had moeten doen: Kom eens bij ons
langs om te zien met hoeveel liefde en zorg ik 10 keer achter elkaar
'De Vijf Brandweermannetjes' voorlees aan Steven, met hoeveel pret ik
met Nienke's knuffel overgooi en hoe vaak ik mijn hond Ronnie
knuffel. Hoe ik speeltuintjes afloop met ze, en als het slecht weer
is speeltuintjes bouw van blokken zodat de legopoppetjes kunnen
glijden. Hoe ik verftekeningen op de kachel leg en snottebellen veeg;
Hoe ik blaasbloemen pluk en takken gooi; Hoe ik speelgoedijsjes eet
en speelgoedkadootjes openmaak.
Ja, ik verhef daarbij regelmatig mijn
stem als er een regel wordt overtreden. Maar niet nadat ik eerst
meermalen heb gewaarschuwd; Pas als de maat echt vol is. Misschien
schreeuw ik dan harder dan jij goed vindt, dat kan. Ik laat het aan
jou over dat te beoordelen.
Daarnaast nodig ik je van harte uit om
mijn blogs op deze site en op mijn eigen blogpagina
huispappa.blogspot.nl te lezen, waarvan al mijn volgers zeggen dat de
liefde voor mijn kinderen van het scherm afspat bij het lezen ervan.
En als je dan nog altijd denkt dat ik
het niet goed doe, dan wil ik heel graag met je in gesprek over hoe
het beter kan. Dan luister ik naar je adviezen zoals ik ook hoop dat
jij naar mijn advies aan jou in deze brief luistert: Maak je je
zorgen om iemands gedrag, spreek hem er dan op aan, hou het
persoonlijk in plaats van er meteen een issue van te maken bij een
onpersoonlijke instantie.
Want misschien is de enorme onzekerheid
waarin ik nu terecht ben gekomen, door dit onverwachtse bezoek van de
wijkagent, wel veel slechter voor de kinderen dan het feit dat ik ze
regelmatig met stemverheffing corrigeer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten