Nienke, Steven en ik

Nienke, Steven en ik

donderdag 30 juni 2016

Bellenblaas

Kwart voor een, de middagboterhammen zijn net op en ik ben de tafel aan het opruimen terwijl de kinderen aan het spelen zijn. Nienke heeft die ochtend een bellenblaas gekregen op de peuterspeelzaal en ze amuseren zich er kostelijk mee. Ze blaast bellen naar hem en houdt hem ook voor zijn mond zodat hij zelf kan proberen.

Piep piep piep, er komt een berichtje binnen op mijn telefoon. Omdat ze zo lekker aan het spelen zijn kan ik het wel even lezen. Oh, hier moet ik wel even snel op reageren. Terwijl ik een antwoord aan het typen ben roept Steven 'Bah!' en rent naar de keuken. Op zich niks geks, dat doet hij wel vaker, dus ik ga maar gewoon verder met tikken.

Dan zie ik hem vanuit mijn ooghoek terugkomen, met iets geels in zijn hand. Hij zou toch niet het keukendoekje te pakken hebben? Ik ben toevallig net klaar met het berichtje, dus klik maar snel op send. Dan kijk ik naar de bank waar ze samen bezig zijn.

Ik zie het volgende tafereel:

Steven zit op zijn knieen op de grond en roept 'Bah bah bah!' terwijl hij iets van de grond probeert te dweilen, want hij heeft inderdaad het gele doekje te pakken. Nienke staat ernaast met een nog druipende bellenblaas in de handen. En op de grond tussen hen in ligt een grote plas sop....

'Oh jee Nienke,' zeg ik. 'Heb je geknoeid?'
'Ja pappa, maar Steven heeft het al opgeruimd!'


Toch handig, zo'n klein broertje....

maandag 27 juni 2016

Steven voor de TV

Nienke zit TV te kijken. Er is een animatieserie met buitenaardse mannetjes (ik ken het nog niet, dus geen idee hoe het heet!) Steven is ondertussen aan het spelen want hij heeft zich nooit zo geinteresseerd voor de TV. Hij speelt wat met de knikkerbaan en met de boot, maar kijkt toch ook regelmatig naar het beeldscherm.

Dan staat hij op en loopt naar het beeldscherm om toch eens te gaan kijken. Hij lijkt ineens toch wel geinteresseerd, zeker als er een groen mannetje recht op hem af komt gelopen. Hij begint zelfs te wijzen.


Dan begint het mannetje te zwaaien. Steven schrikt zichtbaar van deze onverwachtse beweging en rent snel weer terug naar zijn knikkerbaan. Dat is toch een stuk veiliger...

woensdag 22 juni 2016

Naan

Regelmatig als we soep eten, of iets anders waar een broodje bij geserveerd wordt, scheuren we het brood in kleinere stukken voor Steven. Die doen we dan in de soep zodat de korsten, die bij afbakbrood vaak hard zijn, voor hem makkelijk weg te werken zijn. Hij heeft namelijk nog niet genoeg kiezen om echt goed te kunnen kauwen.

Vanavond aten we een gerecht met Paksoy en Chorizo waar volgens het recept Naan bij geserveerd moest worden. Uit gewoonte had ik op zijn eerste bordje de Naan in stukjes gescheurd en hij zat ze heerlijk op te peuzelen. Intussen realiseerde ik me dat dit bij Naan eigenlijk helemaal niet nodig was, het is tenslotte een heel zacht broodje.

Dus toen hij zijn bordje bijna leeg had en naar de overgebleven Naan wees ('Die!') dacht ik het mezelf makkelijk te maken: Ik scheurde een lekker groot stuk af en gaf het hem.

Onmiddellijk pakt hij het in zijn beide handjes en begint het in stukken te scheuren. Elk afgescheurd stukje legt hij keurig bovenop het nog overblijvende eten op zijn bordje.


Als pappa en mamma het zo doen, zie ik geen reden om het anders te doen...

zaterdag 18 juni 2016

Appelsap

We zijn op een feestje. Maartje heeft wat te drinken gehaald. Voor de kinderen uiteraard appelsap. Steven kan inmiddels uit een glas drinken dus we schenken het in voor hem.
Hij loopt er meteen mee weg, dus we roepen allebei: 'Nee Steven, niet lopen met je drinken!'

Hij kijkt me aan en houdt zijn glas omhoog. Ik pak het aan, verwachtend dat hij meteen verder zal lopen. Maar in plaats daarvan gaat hij ter plekke, midden op de vloer zitten en houdt meteen zijn handen weer op.

Jij wil dat ik niet ga lopen? Nou, goed hoor...

vrijdag 17 juni 2016

Bloemen

Nienke is dol op bloemen. Altijd als we Ronnie uitlaten vraagt ze me 'pappa, mag ik bloemen plukken?'. Ik vind dat altijd wel best, maar vorig jaar in de herfst heb ik haar geleerd dat ze er per wandeling maar een paar mocht plukken omdat er steeds minder bloemen waren.

Nu is de winter alweer voorbij en bloeien de bloemen overal weer in grote hoeveelheden. Dus nu mag ze van mij weer heel veel plukken.

Maar gisteren maakte ze het toch wel al te bont. Ze kwam continu met handen vol madeliefjes aanzetten en gooide die in het mandje van de kinderwagen. Ik vroeg haar wat ze daarmee ging doen. 'Die ga ik thuis in een vaasje zetten, pappa.'
'Allemaal? Dat zijn er wel heel veel, zon'n grote vaas hebben we denk ik niet lieverd.'
'Dat is niet erg hoor, ik ga er ook bloementekeningen mee maken.'
'Nou, vooruit dan maar.'

Maar vanochtend lagen al die bloemen nog onaangeroerd in het mandje toen we Ronnie aan het uitlaten waren. Dus toen ze me vroeg of ze bloemen mocht plukken zei ik. 'Nou lieverd, ik vind eigenlijk van niet, want al je bloemen van gisteren liggen nog in het mandje, kijk maar. Ik vind het een beetje zonde van al die mooie bloemen zo, dan kunnen ze beter hier blijven waar andere mensen er ook nog van kunnen genieten.'
Ze kijkt een beetje beteuterd, maar hoort duidelijk aan mijn toon dat dit een definitief nee is want ze zeurt er verder niet meer over.


Dan komen we even later langs een prachtig bloemenveld. Ze loopt ernaar toe en zwaait naar de bloemen. 'Hallo bloemen, mag ik jullie plukken? Nee, dat mag niet van mijn pappa, want ik heb gister al teveel geplukt en daar niks mee gedaan. Jullie mogen lekker blijven staan voor de andere mensen. Dag bloemen, tot de volgende keer!'

Nienke leert tellen

Nienke zit naast me op de bank in een boek over tellen te lezen, terwijl ik een blog zit te schrijven. Ze wijst de cijfers aan en benoemt ze foutloos.

Dan zegt ze: ''Zo doe je dat, tellen. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig.''

“Dat gaat al heel goed, lieverd, wat knap van je! Kun je ook al verder tellen?''

''Eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig, vierentwintig, vijfentwintig, zesentwintig, zeventwintig, achtentwintig, negentwintig, tienentwintig.''

Tandarts

De laatste weken is Maartje begonnen met Nienke kort te laten vertellen voordat ze in bed kruipt. Ze nemen dan even samen de dag door. Vanavond is Maartje er niet, dus ik leg ze in bed. Nadat ik een slaapliedje heb gezongen gaat Nienke rechtop zitten en zegt 'Nu wil ik vertellen.'

Ik vind het natuurlijk prima en vraag haar wat ze wil vertellen.
'Van de tandarts!'
De tandarts? Oh ja, ik heb zojuist gevraagd of ze pijn in haar tanden had omdat ze een beetje ineen leek te krimpen tijdens het tandenpoetsen. Ik geloof dat ik ook iets heb gemompeld over 'volgende maand maar even aan de tandarts vragen.'
Oh ja, ik had ook nog een versje van Annie Schmidt voorgelezen vanochtend, over een tandarts die een winterslaap hield.

De tandarts dus. 'Wat wil je vertellen over de tandarts?'
'Die doet zo in mijn mond' En ze wijst inderdaad precies naar die gevoelige kies.

Er volgt een heel gesprek over waarom we naar de tandarts moeten, omdat we zelf niet in onze mond kunnen kijken maar de tandarts wel. Daarna test ik haar geheugen over hoe de wachtkamer en behandelruimte van onze tandarts eruit zien. Ze herinnert zich opvallend veel als je bedenkt dat het een half jaar geleden is dat we er geweest zijn.

Omdat ze enthousiast erover is vraag ik haar 'Wil je later ook tandarts worden?'
Ze antwoord onmiddellijk: 'Nee.'
'Wat wil je dan worden?'

'Sinterklaas!'

160

We zijn een weekje in een Centre Parcs. We leren Nienke de eerste dag dat ze ons huisje kan herkennen omdat onze auto er voor staat. Dat gaat goed zolang we op het terrein blijven en de dingen te voet of met de fiets doen. Elke keer als we Ronnie uitlaten, boodschappen doen of naar een speeltuin zijn geweest roept ze enthousiast ''Daar is onze auto, dus daar is ons huisje!''
In de loop van de week zegt ze zelfs ''Dat is ons huisje, want daar zijn onze spullen in.''

Maar dan gaan we een dagje met de auto naar de dierentuin. Als we terugkomen zeggen wij ''Hoe moeten we nou ons huisje herkennen, want onze auto staat er niet voor?''
Ze lijkt hier echt een beetje van ontdaan. Maar omdat we ook bezig zijn haar de cijfers te leren geven we haar een educatieve oplossing: ''Kijk maar naar de cijfers die bij de deuren staan, zie je ze? Kijk, deze hier heeft 151; Een 1, een 5 en een 1. Wij moeten 160 hebben, met een 1 een 6 en een 0.''

Dat blijkt toch nog wat te moeilijk voor haar te zijn, want ze ziet de bordjes niet. Of misschien ziet ze ze wel maar vind ze samengestelde cijfers nog te moeilijk.

Maar het blijkt geen van tweeën te zijn, want als we de auto bij 160 neerzetten zeggen we ''Dit is ons huisje Nienke, kijk maar eens wat er daar op het bordje staat.''


Dan kijkt ze naar het bordje en zegt ''Een 1, een 6 en een raar rondje.''

Was ophangen

'Zo Nienke, nou ga ik even de was ophangen.'
'Ik ga jou helpen pappa.'
'Dat is fijn lieverd.'
'Kijk pappa, ik heb jou T-Shirt eruit gepikt.'
'Heb jij mijn T-Shirt eruit gepikt? Dat is mooi! Ga je die ophangen?'
'Ja, kijk maar, die hang ik hier op.'
'Wat goed lieverd, maar hang hem nog maar ietsje rechter.'
'OK pappa, ik hang hem nog ietsje rechter. Kijk, zo.'
'Veel beter zo Nienke, dankjewel!'
'Graag gedaan hoor.'
'Kijk Nienke, nou heb ik een T-Shirt van jou gepikt.'
'Nou dat mag ook wel hoor pappa. Als ik een T-Shirt van jou pik, dan mag jij wel een T-Shirt van mij pikken hoor.'
'Ja he, dan mag ik er wel een van jou pikken he? Hahaha'
'Hahaha pappa, nou had ik een grapje gemaakt he?'

En dan lachen we samen en hangen gezellig de rest van de was op.